Tegen de Heuvelrug van Moeder Natuur



Hoe vaak we hier geweest zijn weet ik niet, maar mijn onafscheidelijke schaduw (merk Labrador, type hondstrouw) en ik, hebben vele tijdloze uren met haar doorgebracht.

Rustend in haar armen, in de luwte van haar ranke lichaam, aanschouwde ik zijn schijngevechten met de wind, die zijn gevleugelde handlangers uitdagend laag over het veld liet scheren. Of slenterde zij aan zij over onbekende, door naaldbomen omgeven paden en wisselde stilzwijgend met haar van gedachte over afstanden en tijd.
Over hoe dichtbij, dan wel ver verwijderd van.
Over dagen lijkende jaren en jaren lijkende uren.
Over het geven en nemen en het genomen gegeven.
Zij is een oase van rust, een bron van inspiratie.
Zij is een schouder, een sigaret, mijn fluisterend geweten.
Met name in de herfst ontstaat bij mij de dringende behoefte door haar koele zuchten bevangen te worden worden.
Om ongegeneerd mij onvoorwaardelijke liefde aan haar te betuigen en mijn schaamteloze ziel met het hare te doen verstrengelen.
Verbonden tot in de eeuwigheid.
Voor een leven lang en ver daarna, doch immer ongebonden.
Hoe meer ik haar begeer, hoe meer zij zal geven.
Hoe meer zij geeft, hoe hartstochtelijker ik haar zal begeren.
Ik ben van haar, zij is er voor mij.
Zij tempert mijn driften, laat de stem van mijn hart spreken en neemt om genomen te worden.
Met haar hand in de mijne, leidt zij mij over de lange ondoorgrondelijke paden des levens naar het diepste van het hoogste bestaan.
Langs de duistere kant, over de uitgestrekte velden waar de wolf huilt tussen de grazende hinden en door dichtbegroeide wouden, waar je als enige sterveling alleen jezelf tegenkomt.
Doch nimmer ben ik eenzaam.
Zij schonk mij het leven en schonk het leven mij.
Zonder haar geen leven, geen ik.
Zij koestert mij, ik waak over haar.
Wie haar bedreigt, bedreigt zichzelf.
Ik ben de wolf, zij mijn hinde.
Waar ik ook ben, zij zal er altijd zijn.
Een leven lang en ver daarna.

Een page terug..Een page vooruit